zondag 19 december 2010

W. Eugene Smith


Wie het werk van Smith niet kent, moet zeker naar het Foam  Fotografiemuseum in Amsterdam. Vandaag trotseerde ik de Tyfuskou (TyfuskoudinNederland) om mezelf te laten overrompelen door de tentoonstelling More Real than Reality in Foam (websiteFOAM)

Pittsburg
W. Eugene Smith (1918-1978) was een Amerikaanse fotograaf  die zichzelf strenge eisen oplegde. Niet alleen op technisch gebied, maar ook in zijn sociale betrokkenheid bij de mensen die hij fotografeerde. Zijn foto-essays  verslaan onder andere de Vietnamoorlog en een arts op een missie in Afrika. Ook heeft hij 3 jaar aan rolletjes in Pittsburgh volgeschoten. Hij wilde de stad in al zijn facetten weergeven. Hij heeft nooit aan zijn eigen perfectionistische verwachtingen kunnen voldoen (hij had een depressiegevoeligheid), maar de fotografie heeft hem naar eigen zeggen nooit teleurgesteld. Het resultaat van zijn fanatisme is verbluffend. Zwart-wit foto's uit de jaren 50/60, recht uit het leven getrokken en gedramatiseerd. Als je er naar kijkt, stort de sfeer zich over je heen. De composities zijn zo sterk dat je als kijker meteen voelt dat de foto maar op één manier gemaakt had kunnen worden. Onder deze hoek, op dit ene moment, door deze man.  Snel gaan kijken dus, de tentoonstelling is t/m 16 maart 2011.








donderdag 28 oktober 2010

The Social Network


NRC.next schreef gisteren op de voorpagina: FACEBOOK HOOPTE OP EEN FLOP. Een typisch gevalletje valse aandacht trekken met een krantenkop. Waar ging het om? Facebook hoopte op een flop van de film The Social Network die vandaag in premiere ging in Nederland.  Lovende recensies van alle kanten over deze film van regisseur David Fincher (van o.a. Fight Club). Een portret van de Facebook-oprichter en eigenaar Mark Zuckerberg in de beginperiode van de site.

Blinde ambitie leidt tot torenhoog succes, maar ook tot eenzaamheid. De schrijvers hebben van Mark Zuckerberg een vrijgezel gemaakt. (In het echt had hij gedurende de opbouw van Facebook gewoon een relatie.)  Zijn chickie verbrak de relatie aan het begin van de film, eraan toevoegend wat voor een lul hij wel niet is. We zien Mark nog meer klootzakskills tentoonspreiden als hij zijn beste vriend verraadt door hem uit het bedrijf te lanceren. Tijdens de rechtszaak, die we tussen flashbacks door geleidelijk te zien krijgen, drapeert hij op arrogante wijze hoe geniaal zijn Facebook-idee is geweest. En dat ze allemaal de tering kunnen krijgen.

Zuckerberg moet uiteindelijk een hoop doekoes passen. Maar geld bleek hem nog het minste te interesseren. Dit levert een schitterend beeld op ter afsluiting van de film. Wanneer de rechtszaak over is, blijft hij alleen op kantoor achter met zijn laptopje. Hij gaat op zoek naar zijn ex. Op Facebook uiteraard. Add to Friendlist. Send request.  Zijn hand gaat elke 10 seconden naar zijn toetsenbord terwijl hij zijn blik op haar profiel fixeert… Refresh …..Refresh ……Refresh…….

dinsdag 26 oktober 2010

36 dramatische situaties

In elk verhaal  doet een dramatische situatie zich voor, in de literatuur ook wel het conflict genoemd. Het dramatische moment kan zeer kort zijn, of meerdere malen terugkeren, maar zonder dit conflict is er geen verhaal.  In zijn boek 36 dramatische situaties beschrijft Jan Veldman dat in elk verhaal het ware conflict te categoriseren is in een van deze 36, die als een motor zorgen voor de spanning waardoor je door wilt lezen, door wilt kijken.
Hij omschrijft: Een conflict is een botsing tussen twee onverzoenlijke werelden. De werelden botsen één of meerdere malen, net zo lang tot een van deze werelden heeft gewonnen.
 
Deze werelden kunnen letterlijk twee werelden zijn: parallelle universa, of abstracte concepten: de strijd tussen goed en kwaad. Ze kunnen vertegenwoordigd zijn in afzonderlijke personages: bijvoorbeeld God en de duivel of binnen één persoon, bijvoorbeeld een warme huisvader die nadat hij croissantjes voor zijn gezin heeft gebakken  erop uit trekt om onschuldige kindertjes levend in beton te storten. Maar een huisvader met een dubbelleven is nog geen conflict . Deze kindermoordenaar zal dus wroeging (dramatische situatie 34) moeten krijgen, vervolgd moeten worden (nummer 5: Vervolging) of een fatale fout (nummer 17) moeten maken. Pas dan ontwikkelt zich een plot en zullen zijn werelden onverenigbaar blijken en, zoals Hennie Huisman wijselijk zei, kan er maar één de winnaar zijn. 

Sommige dramatische situaties wekken een automatische respons op en zijn zo krachtig dat ze weinig creativiteit van de schrijver behoeven om het verhaal te laten draaien. Het gaat hier om levenbedreigende situaties.  Bijvoorbeeld dramatische situatie 7, Rampspoed. De voorbeelden zijn talrijk: The day after tommorrow, Twister, Outbreak, Titanic (…etc.) Word het leefgebied getroffen door een ramp, dan gaan de poppetjes vanzelf bewegen, de resources dreigen op te raken, de klok tikt door. Maar enkel de dreiging van het sterven is niet genoeg.  Daarom worden er vaak door Hollywood nog een aantal dramatische situaties ingegooid. Je kunt denken aan een Obstakel in de liefde,  Onrecht dat moet worden rechtgezet. Of, als er een schuldige is, Wraak. In alle films van Quentin Tarrantino is Wraak de belangrijkste drijfveer van de personages. 

Het volgende Hollywoodscenario kan worden geschetst. Het leven van een mannelijke hoofdpersoon hangt aan een zijden draad. Maar oh jee. Hij beseft  dat hij tóch van zijn vrouw houdt, maar het onvoldoende heeft laten blijken. Hij beseft het zich nu zijn leven wordt bedreigd en vertelt over de liefde voor zijn vrouw aan zijn naaste stervelingen, die geduldig luisteren, hem wijs en bemoedigend toespreken. We kunnen door middel van deze dialoog meekijken hoe hij tot inzicht komt. Als hij sterft kan hij zijn vrouw niet meer vertellen hoeveel hij van haar houdt. Krijgt hij deze kans? Verdient hij deze kans?  Niet zomaar natuurlijk. En hier komen joods-christelijke  waarden om de hoek kijken waar menig Hollywoodfilm zo mooi mee is overgoten.  Ramspoed is een bijbels fenomeen en wordt altijd gekoppeld aan zonde en schuld. Hij kan best deze rampspoed overleven, maar niet nadat hij tot inkeer is gekomen. Want wij mensen zijn zondaars.  Echter, beseffen wij onze schulden dan zullen we nog een kans krijgen. Zodoende zal Hollywood een personage dat tot ware inkeer komt niet zo gauw uit de ark van Noach kieperen. Dat zou onterecht zijn.

Nadat ik me dit realiseerde, moest ik opeens aan de film CUBE denken. CUBE is een ironische variant van een rampspoedfilm. Een middelvinger  in de richting van Hollywood. De personages bevinden zich in een situatie waar ze niets aan kunnen doen.  Er wordt een zondebok aangewezen, maar dat heeft in een kubus met dodelijke vallen niet zo veel zin. Het mysterie wordt niet opgelost, noch wordt de dader bestraft. De ´almachtige´  speelt een sadistisch spelletje en komt ermee weg. En de ongelukkigen zich maar afvragen wat we hebben gedaan om dit te verdienen, volkomen machteloos, zichzelf kwellend met drogredenen. What did we do to deserve this? Wanneer aan het einde van de film de enige persoon die de ramp overleeft volstrekt willekeurig lijkt te zijn, wordt hetzelfde denkproces in werking gesteld bij de kijker. Gaan de mensen dood omdat ze het verdiend hebben? Zijn ze te naïef geweest? Ik heb mijn hoofd gebroken over de diepere betekenis van deze film. De maker van de film zit handenwrijvend internetforums af te struinen  om te lezen welke idioot er nu weer een nachtlang heeft zitten broeden op een welgeformuleerde interpretatie. Want we zijn het niet gewend, deze willekeurigheid. 

Wanneer we worden getroffen door het lot worden onze waarden op scherp gesteld. En zolang je vecht voor deze waarden, voor de heersende culturele en politieke opvattingen in de Verenigde Staten zullen je inspanningen beloond worden. Alleen dan overleef je een Hollywoodfilm. Hoe we deze rechtlijnige waarden trouw moeten blijven zonder oorlog, zonder rampspoed en wanneer onze verliefdheid is uitgedoofd, daarvoor kun je beter een cultfilm kijken. Iemand zei ooit: iedere idioot kan een ramp overleven, het is de saaiheid van het dagelijkse bestaan die ons uitwoont. Ga er maar aan staan.

zaterdag 16 oktober 2010

Het mysterie van de toko


Elke zaterdag maak ik een run naar de toko achter mijn huis voor een nieuwe voorraad rendangboemboe, tamarinde drink, udon noodles, sake en een onbekend object naar keuze. De laatste is het belangrijkst. Waarom ik niet gewoon een pak Knorr Wereldgerechten uit de supermarkt trek zal ik kort over zijn: It just isn’t the REAL DEAL. You know. Toko-shoppen is een sport. En als ik eenmaal ergens een sport van heb gemaakt, ben ik vrij fanatiek. Om niet te zeggen onuitstaanbaar. 

Na het walhalla van lekker eten te zijn betreden, kan mijn ritueel beginnen. Als een compleet verstrooide pak ik een product  op, bestudeer ik het Engelstalige import-etiket dat over de 年トルコにおける日本年記念結果発表」 is heen geplakt en kijk vervolgens dromerig om me heen. Dit herhaal ik een paar keer.  Ik heb ooit de ambitie gehad alle producten te leren kennen bij naam en culinaire functie maar de geheimzinnigheid is leuker. Om het mysterie te waarborgen, doe ik als volgt: zorgvuldig krab ik het Engelstalige etiket van de verpakking en loop naar het Koreaanse meisje achter de balie. Ondanks dat ze slechts een paar woorden Nederlands spreekt, vraag ik haar altijd iets. Haar werkhouding is het beste te omschrijven als een luie ambtenaarsmentaliteit. Je kunt altijd vragen, maar echt antwoord krijg je nooit. Een soort toko-bureaucratie. Het product is altijd ‘lekker’ (lekkel) of ‘voor in een gerecht'. Dan volgt er een ongemakkelijke stilte waarin ze me aankijkt met een blik van ‘ik heb toch antwoord gegeven’ en dan volgt en een beleefd “Ja, OK” van mijn kant. 

Wanneer ik geen genoegen neem met het antwoord gaat het als volgt: Achter haar bevindt zich een ruimte waarachter Koreaanse familieleden noodles aan het vlechten zijn. Zonder haar versgelakte nagels van de toonbank te tillen, zet ze haar snerpende stem op in de richting van het gat. Dat klinkt ongeveer zo: Shiem-neeoy-kyo moto ha?? Broer: ai-nayo. “Kruiden voor kip”. 

Dan zet ik het product steevast terug. Kipkruiden. Hebben jullie daar zoveel van die onleesbare tekens voor nodig? Get a life. Het antwoord is op een of andere manier altijd teleurstellend, wat het ook is. Bij nader inzien vind ik het veel leuker om te geloven dat wij westerlingen over onvoldoende verbeeldingskracht beschikken om de geheimen van de Aziatische keuken te doorgronden , zodoende is onwetendheid een passende levenshouding om deze premisse te handhaven. Hee, wat zie ik daar? 
Is dat een 日本年記念結果発?  
2.95. Lijkt me een scherpe prijs voor een eeuwenoud bewaard geheim.

dinsdag 31 augustus 2010

Vacaturegrappen

Je verveelt je wel eens in de trein. Dus ga je maar uit meligheid vacature-omschrijvingen verzinnen...

Wegens langdurige afwezigheid van de vorige - zijn wij op zoek naar een nieuwe:
GOD (m/v)
Profiel: Alwetendheid is u niet vreemd, evenals het verrichten van wonderen op locatie. U bent een dagelijks aanspreekpunt voor 4 miljard mensen en hiermee de spil van onze organisatie. U grijpt in waar nodig, maar kan ook een paar duizend jaar een oogje dichtknijpen. Ook op oproepbasis.

Zelfmoordterrorist (m/v)
Ervaring niet vereist.

Bakkerij zoekt zaterdaghulp
Liefst geen koekenbakker.

Secretaresse (v)
Bij gelijke geschiktheid gaat onze voorkeur uit naar een blond wijf met dikke tieten.

Het blijf-van-mijn-lijf-huis is op zoek naar een nieuwe groepsleider.
We zoeken een doortastende collega met een hands-on-approach.

Koorddanseres (v)
We zijn op zoek naar iemand met een evenwichtige persoonlijkheid.

Advocatenkantoor "De verdraaide waarheid" zoekt een nieuwe Strafpleiter (m/v) .
Geweten niet vereist.

Lampenwinkel zoekt helder licht in de verkoop.

Doodgraver (m/v). We zijn op zoek naar een kandidaat met veel diepgang.

zondag 22 augustus 2010

Pukkelpop 2010: een persoonlijke recensie

Deze blogpost werd mede mogelijk gemaakt door Hannah. Van de crowdsurfende zelfmoordenaar hebben wij overigens niets meegekregen.

Ze camping
Ik word wakker in mijn eigen tent (Goddank) op de tweede dag des Pukkelpops. Ik grijp naar mijn notitieboekje zodra mijn ogen open willen staan. Starend naar de laatste bladzijde blijk ik gisternacht in het donker over een oude tekst geschreven te hebben. Was ik dronken? Ik kan het me niet meer herinneren. Ja dus. Mijn tent is opgezet tussen het buitenhek en een looppad. Het gras is hier net breed genoeg voor één tent, ik heb dus alleen zijburen. Een zeer aangename bijkomstigheid, dacht ik. Maar de rust bleek hier nogal tegen te vallen. Aan de andere kant van het hek scheuren Pukkelpopkarretjes van het personeel voorbij en de plaatselijke boerderij heeft zo te horen een passie voor kippen want ik word elke ochtend gewekt door lichtminnende hanen. Dit terwijl ik toch duidelijk op het bijzonderhedenformulier heb aangegeven lichtmijdend te zijn, evenals vegetariër. Op 50 meter afstand is een spoorwegovergang. In tegenstelling tot het Nederlandse ding (ding ding ding ding ding) lijkt het Belgische ding meer op een enorme eierwekker. De eierwekker in tweeklank met de kippengeluiden maakte ons steeds wakker met de hoop op een zacht gekookt eitje bij het ontbijt. Niets van dat al. De campingwerkelijkheid was een stuk weerbarstiger. Hoe vaak heb ik tegen mezelf geroepen de afgelopen 3 dagen: dit doe ik nooit meer. Maar volgend jaar wel weer.

Op weg naar het festivalterrein. Oh oh oh wat een troep op Pukkelpop. Daar legt men altijd alles even neer. Ik beweeg mij door krakend bekertjesplastic en in-het-gras-gelopen-patatjes, op een bedje van pis en kots. De chemisch toiletten waren met zorg opgekocht uit een zeldzame restpartij van horrorfilm-requisieten. Zodra je de deur van het toilet open deed, was er de confrontatie met je eigen sterfelijkheid. De Dood stond met zijn zeis je op te wachten, uit zijn mond hingen repen toiletpapier besmeurd met diarree en er stroomde pis uit zijn ogenloze schedel. Buiten wachtte de schaamtepolitie, zoals ik steeds in mijn hoofd noemde als ik de rij wachtende mensen zag staan. Drama dus.

Ze Music.
Gelukkig was er muziek. En bier. Champagne en mojito's. Gelukkig was ik op pad met iemand met een goed gevoel voor humor, zodat we ons konden wapenen tegen alles waar we niet op waren voorzien. Twee tuttebellen op één campingkussen, daar slaapt het cynisme tussen. Maar ook het positivisme. Hoe vaak zagen wij niet het geluk in het menselijke? Hoe de zon de urinestraal van een man deed glinsteren die bijna over onze tent stond te pissen. Geïnspireerd door de doldwaze recensies uit het Pukkelpop programmaboekje, volgt hier een korte recensierubriek met de maximum lengte van een tweed.

Gojira
Niet eerder hebben we met panfluiten en synthetische violen zo'n diepe meditatieve toestand bereikt.

Mark Lanegan
Des te naakter, des te indringender. Een steengoed optreden.

Goldfrapp
Stomdronken gedanst. Wat ziet die Blondie er nog goed uit.

White lies
Knappe mannen met laffe leugens. Zwart of wit. Wij trappen er niet meer in.

Placebo
Na Bryan Molko met sexy bril op groot scherm, is zijn advies meer te masturberen moeilijk in de wind te slaan. Een staande ovulatie.

Band of horses
Versterkte gitaren, slappe muziek. Een stevig robbertje bridgen met zanger-snorremans. Dat zouden we éénig hebben gevonden. Huuhuuhuuhuuhuu!!

Laura Marling

Halverwege werden we wakker in een droom.

Four tet
Een overtuigend bewijs dat ADHD omgevingsbepaald is.

Wallo's bird
Wacht maar, 17-jarige. Over 10 jaar sta je er net zo verbitterd bij.

Kate Nash
Alsof ze de telefoon ophangt met haar oma neemt ze afscheid van het publiek. "This is the end of the set, so... Bye" Dag Kate. Nevah-evah come back.

OK, Go!
Is het de champagne op de nuchtere maag? Of het aanstekelijk enthousiasme van deze band waardoor wij Dag 3 tegemoet treden met een ferm: "Ok, go!"

Marina & the diamonds
Ruwe diamanten, schitterend op elk vlak. Blij dat ik dit gesmeerde team heb ontdekt.

The Low Anthem
Als herfstblaadjes dwarrelen wij op de grond van de Marquee-tent. Njom njom, lekker slapen.

Radical slave
Slaat kant noch vis. Een krummelei met crème brûlée-potentie als gevolg van neurotisch hersengeroer.

Limp bizkit
Is dat een band, lim biskit? De roadyband klonk al niet erg overtuigend. Deze koekjes hebben wij afgeslagen.

Au revoir, Simone.
Dag Simone. Verveel ons niet langer. Wil je?

vrijdag 25 juni 2010

Onderweg

Ik ga zo lekker een weekend kamperen en met hippies hippiedingen doen. Ik verheug me op het onderweg zijn. Als kind al wilde ik graag onderweg zijn naar iets. Het onbekende bij voorkeur. Voor mij is het de enige manier om rust in mijn hoofd te vinden en ik besef me dat ik hierin wat afwijkend ben. Ik reis niet gehaast, of van hot naar her, maar met een bestemming. Dit wil niet zeggen dat ik in paniek zou raken wanneer ik mijn bestemming door het onvoorziene moet bijstellen. Nee zo doen wij Noukjes dat niet. De bestemming kan iets zijn wat je totaal niet kent, maar het hebben van een plek, een voornemen, zorgt ervoor dat je je erop kunt verheugen. Ik heb echt een hekel aan dingen plannen tot in de puntjes. Mijn haar verzorgen tot in de puntjes daarentegen, doe ik met Andrélon. Ik kan volledig met mezelf in het reine zijn als ik bij God niet weet wie ik ga treffen en waar mijn bed zal zijn. De stress rondom het op vakantie gaan van veel mensen heb ik dan ook nooit begrepen. Ik ben het steeds meer als een psyhische ziekte gaan beschouwen. Ik geloof dat het met het volgende te maken heeft:

1. het niet uit elkaar kunnen houden van hoofd- en bijzaken, waardoor aan elk object in huis getwijfeld wordt of het wel-of-niet meegenomen moet worden. Vaak is dit symptoom gecombineerd met het gebrek aan besef dat er op veel plekken op de wereld gewoon winkels zullen zijn met voedsel, tandenborstels, haarföhns en servetjes. Dit maakt het stressen om kleine zaken een nodeloze verspilling van energie. OK, wanneer je je tent in de Gaza-strook wil opzetten, dan heb je toch het recht om je bepaalde vragen te stellen als: kan ik daar ook iets te eten en drinken kopen? Als je met de auto naar Frankrijk gaat: neh.
2. Het bij jezelf toelaten dat je gedurende de reis voortdurend geïrriteerd raakt doordat het niet exact verloopt volgens je eigen verwachtingen zodat de onvoorspelbaarheid die bij reizen hoort je al opbreekt voordat er daadwerkelijk echt iets van catastrofale proportie gebeurt. Je laat je opjagen door tijdsdruk om weg te komen van de dagelijkse stress en dat is op zijn minst tegenstrijdig.

Mocht je jezelf hierin herkennen dan heb ik als psyholoog maar één advies: blijf thuis alsjeblieft, geef mij je vakantiegeld, je tickets. Het weerspiegelt een ongezonde geest. Het komt nooit meer goed met je.
OK, ik zal mijn geheim vertellen. Voor iedereen die luistert.
Ga niet bij jezelf de gedachte opdringen: ik ga van het ergste uit, dan valt het altijd mee. Het valt alleen mee als je je realiseert dat we allemaal volslagen gek geworden zijn. Dat al die troep om ons heen in onze huizen niets te maken hebben met noodzakelijkheid. Dat het níet hebben van al de spullen een rust met zich meebrengt die je terugbrengt naar de basis. Dat onvoorspelbaarheid een gift is waarmee we dingen kunnen meemaken die we normaal nooit hadden opgezocht. En ook dat je mag treuzelen, je hebt het niet in de hand. Dat is niet erg maar een vrijbrief om lekker aan te klooien. Ons brein, doordrongen van schuld-en-boete is opgejaagd door ons werk, waarin we op ons flikker krijgen wanneer er dingen mis gaan. We zijn in een draaikolk belandt van het zoeken naar oorzaken en verantwoordelijken, onbewust kwellen we onszelf. Logisch: er valt iets te verliezen op het werk. Op vakantie valt er ook iets te verliezen: je vrije tijd. De keuze voor wel-of-niet stressen dan al gauw gemaakt. Toch?

zaterdag 19 juni 2010

Maison de migraine

Het gaat hem niet worden vandaag. Ik voel het. Je hebt van die dagen. Gister werd het hem ook al niet. Mijn sigaretten liggen natgeregend buiten. Is dit mijn schuld? Of van de regen? Ik denk aan de filosoof Guus Meeuwis. Op de vloer ligt een lege fles wijn en kledingstukken die, gezien de manier waarop ze zijn neergekwakt, alleen maar van mij kunnen zijn. Mijn vriend loopt plechtig met een boog om me heen zodra ik mijn schrijfblok pak. Als ware ik een eend op haar nest wier broedplaats niet verstoord mag worden omdat ik anders straks mijn eigen kinderen doodmaak. Ik sta namelijk op het punt om alles wat ik de afgelopen week heb geschreven te shift-deleten. Hij voelt dat blijkbaar aan.

Mijn kat begint een contactdans op mijn bureau, ze geeft kopjes aan mijn gedichtenboekje en daarna aan mijn pen. Ze is de enige die ware literatuur kan waarderen op deze wereld. Laatst liep ze in mijn boekenkast om haar geur op een rij Oscar Wilde toneelstukken achter te laten. Als dat geen waardering van cultuur is. Ook plast ze vaak buiten de kattenbak op onze eikenhouten vloer. Ik denk dat er een culturele schat verborgen ligt onder de vloer en ze dit op deze manier probeert kenbaar te maken. De heilige graal misschien. Katten kunnen niet praten, dus je moet dit soort aanwijzingen proberen te intepreteren met alle tegenwoordigheid van geest die je kunt oproepen. En dan nog, ik denk: wij mensen kunnen het nooit bevatten, het overstijgt ons.
Ik moet naar Muse. Ja je leest het goed: naar Muse moeten. Muse-liefhebbers zijn geen gematigde mensen, ze schreeuwen in je oor en doen heel dik over muziek. Want het is niet zomaar een bandje hoor! Nee, 'die gast' is briljant. Zo vermoeiend allemaal als ik eraan denk. Ik hoop dat ze gewoon behangmuziek gaan spelen, van die jazzy liedjes die je in een de lift van een hotel hoort. Dat gezeik van die gasten. Jongen echt hoor, ik sla ze voor hun Goffert.

De dag heeft zich al aangedrongen. Zij heeft met een breekijzer mijn geest opengesteld. Nu komen er allerlei dingen binnen waar ik iets mee zou moeten. Mensen die me opbellen met vragen, of verhalen. Zodra je wakker bent wordt het officieel, dan moet je wat. Maar ik weet niet of ik wakker wil zijn. En of ik wat wil. Ik wil uitstel van executie. Ik ga weer mijn nest in.

donderdag 13 mei 2010

Hippopotomonstrosesquippedaliofobie

Op een zekere dag in groep 8 van de lagere school werd onze klas voor een grote uitdaging gesteld. Wij moesten tegen groep 7 galgje spelen. De twee groepen staken letterlijk de koppen bij elkaar om te bepalen welk ‘onraadbaar’ woord er bedacht moest worden. Als groep 8 mag je natuurlijk niet verliezen van groep 7, lijkt me duidelijk. Als galgjewoordverzinners zonder aantoonbare galgje-ervaring bedachten wij dat hoe langer het woord is, hoe kleiner de kans was dat de tegenpartij het zou raden. Zo werd het een wedstrijd ‘wie heeft het langste woord?’.

Het leuke aan de Nederlandse taal is dat het aan elkaar rijgen van woorden geen enkel probleem is. Samen met de Duitsers en Groenlanders kennen wij de langste woorden. Dit komt met name vanwege de drie- of vierledige samenstelling van bijvoegelijk- en zelfstandig naamwoorden. Zoals bijvoorbeeld belegdebroodjesspecialist, bruinekroegsfeer, socialeverzekeringsrechter, stommefilmactrice etc.

Ik vraag me af, waar houdt het op? Wanneer is een woord geen woord meer? Wanneer ik diverse fora afstruin naar de beste galgjewoorden, kom ik fantastische creaties tegen van samengestelde woorden die misschien best wel woorden hadden kunnen zijn al zouden ze in godsnaam bruikbaar of nuttig zijn geweest. Om even een voorbeeld te geven: Ik begrijp best dat er informatieboekjes bestaan over rioolwaterzuiveringsinstallaties en dat die in kasten staan, waarvan de levering soms te wensen over laat zodat je moet gaan bellen naar een nummer waar een medewerker een rapport opmaakt van het probleem zodat de procedure van levering daarop afgestemd kan worden en dat ze misschien een speciale afdeling inrichten voor die medewerkers, maar om nou het woord rioolwaterzuiveringsinstallatieinformatieboekjeskastenleverancierproblemenrapportagebeleidsprocedureafdelingsmedewerker te gaan gebruiken is ook zo wat. Nu handel ik zelf niet in rioolwaterzuiveringsinstallatieboekjes, maar ik vraag me af of daar speciale kasten voor zijn. Waarom zouden rioolwaterzuiveringsinstallatieboekjes niet gewoon naast hoogrendementsschroefcentrifugaalpompinformatieboekjes in een kast kunnen staan?

OK, het heeft vast nut, dat gerijg van woorden. Als je lastig valt is het wat anders dan wanneer je lastigvalt. Als je weerfoto’s bekijkt voelt het anders dan wanneer je weer foto’s bekijkt.
Een dialoog:


Waarom laat je toch steeds dat halfvollemelkpak op tafel staan?
Dat was ik niet mamma, ik drink alleen van de volle melk. Toch jammer, mam, dat je die spatie vergeet. LOL mamma.
OK dan, ik wil niet meer dat je het halfvolle melkpak op tafel laat staan. En hou verder je grote mond.
Mam?
Ja.
Komt volle melk van oudere koeien dan halfvolle melk?
Nee, schat. Alle melk komt van 4 of 5 jarige koeien.
Komt melk alleen van koeien die jarig zijn?
Nee, God. Melk komt van 4- of 5-jarige koeien. Zo goed?
Zie je, je was de streepjes vergeten.

dinsdag 11 mei 2010

Het platte gat (gedicht)

Volgende halte: Paradijsvogelweg
Het liefste schrijf ik onderweg
Zeewolde, of ook wel kankerzooi
want dat klinkt zo best mooi
Als ík het zeg

Wegen buigen gedegen
Met steeds negentig graden af
Tussen verlaten akkers met niks
geen Juttepeer werd ooit gezaaid
Aan de Juttepeerweg

Bovenop de vlakke horizon
tegen een grijsblauwe wolkenoorlog
staan 24 witte wiekenpalen
de wind stevig door te malen
hoog en snel

moedig stap ik uit de bus
hopend dat dit tochtgat
niet stiekem terugzakt in de hel
Oh Zeewolde
Was een meer gebleven

zondag 9 mei 2010

Dude...where's my constant?

Zes seizoenen, 121 episodes, ongeveer 90 uur (!) aan beeldmateriaal, waarvan nu nog maar 4 episodes in het verschiet. LOST. Het einde is nabij van een TV-serie, voor sommigen de beste ooit gemaakt.

Vanaf dag 1 ben ik een enorme fan van LOST en ik ben niet de enige. Bomvolle discussiefora met de meest ver gezochte, soms briljante theorieën. Internet- en live vriendschappen zijn ontstaan dankzij LOST. Op Youtube zijn een handvol mensen wereldberoemd geworden door hun LOST recap-video’s en interpretaties van episodes (o.a. Seanie B, mr. James). Obees, kansloos en mensenschuw in het echt, als helden op internet onthaald.

Met mijn aan krankzinnigheid grenzende obsessie voor het ontrafelen van het Grote Mysterie heb ik al aardig wat uurtjes LOST op mijn netvlies staan en daarmee mag ik mezelf met een gerust hart een professor in de Zinloze Samenzweringstheoretische Wetenschappen noemen. Steeds meer begon ik te geloven dat ik op Jacob’s list stond, dat ik beelden binnen krijg uit het parallelelle universum. Inmiddels heb ik er medicijnen voor gekregen en mijn psychiater vindt ook dat het steeds beter gaat.

Op het jaarlijkse Comic Con konden de schrijvers van LOST natuurlijk niet ontbreken. Het was schrijnend om te zien dat de TV-serie voor sommigen écht hun leven is. Fans die hele Dharma Initiative outfits hebben aangeschaft, LOST-kunst hebben gemaakt, weekenden met elkaar doorbrengen met DVD-marathons en rollenspelen. De wereld van LOST heeft plaats gemaakt voor de echte wereld. LOST-nerds hebben hun eigen humor. Kreten als ‘We’ll be your constant’ op het LOST-ontrafel-forum. Of bij een aankondiging van een reunie van een LOST-weekend: “We have to go back!”. Totaal niet grappig als je niet weet waar het over gaat, maar hey: geef de nerds die op internet wonen ook wat te lachen. Trouwens, geen kwaad woord over nerds.

Is het een laatste strohalm in een Amerikaanse maatschappijdie economisch aftakelt? De wens in een wereld te leven waar het materiële naar de achtergrond verdwijnt, je een nieuwe kans krijgt in een statusloze sociale omgeving ? Het is een universeel thema door jaren literatuur en filmgeschiedenis heen, maar Amerikanen zijn er vooral gek op als je het mij vraagt.

Om de pijn van het nadere Einde der Tijden enigszins te verzachten, heb ik verschillende ‘substitutes’ uitgezocht, waaronder Fringe, Flash Forward en “V”. Absolute aanraders overigens voor een ieder die wel een potje SciFi lust. Dus mensen die zich echt zorgen om me maken, ik heb wel een soort van back-up. Sterker nog, ik verkies een aflevering Flash Forward inmiddels boven LOST. Wat wel grappig is om te vertellen dat deze drie series toch weer een gemeenlijkschappelijke deler hebben met LOST. Fringe wordt bedacht en geprocudeerd door J.J. Abrams, in Flash Forward komen we ‘Charlie’ en ‘Penny’ uit LOST tegen en in V speelt ‘Juliet’ de FBI-agent waar het allemaal om draait.

Deze drie acteurs komen in deze nieuwe series een stuk beter tot hun recht dan in LOST. De complexiteit van LOST, veroorzaakt door het grote aantal karakters en het steeds opnieuw opwerpen van conflicten tussen de (tijdelijke afsplitsingen) van eilandbewoners zorgt ervoor dat de acteurs te veel op pionnetjes op een schaakbord lijken. De diepte van de intermenselijke relaties zwolg steeds meer onder de zware complexiteit van het grootse mysterieuze verhaal. De verteltechniek met de flashbacks, flasforwards en het tijdreizen werd te intensief gebruikt. Dwangmatig wordt het mysterieuze nog mysterieuzer, cliffhanger werd op cliffhanger gestapeld en op een gegeven moment verlies je de grip op het verhaal. Het wordt steeds moeilijker je in te leven in karakters waarvan de motieven onduidelijk zijn.

Ook nu, in de laatste afleveringen merk je dat de conversaties afvlakken en dat de schrijvers zich uit angst hebben vastgeklamd aan het bedekken van de laatste onbeantwoorde vragen. “You wonna know who I am?” (ja, ja, ja, denk je als kijker...) “I am the one who is gonna get you off this island” (duh-huh). Ook hebben de schrijvers uit ellende maar een paar belangrijke karakters vermoord op de valreep, iets wat je na zoveel opbouw niet meer kan maken wat mij betreft.

Nevertheless, de fans blijven trouw en worden niet teleurgesteld, want alle missende puzzelstukjes worden opgepakt in dit laatste seizoen zodat het verhaal zich weer sluit. Jammer dat de schrijvers hier en daar een schaar en lijm hebben gebruikt voor de puzzelstukjes. Juist, mijn teleurstelling is groot. Voor de schrijvers van LOST een dikke KISS : Keep It Simple Stupid. Blij als ik straks verLOST ben.

zaterdag 8 mei 2010

Van die dingen

Meestal begin ik een blogje te schrijven als ik getroffen door een gedachte of een grappige observatie. Ik ben maar begonnen met het bijhouden van deze gedachtes. Een van deze zinnen wordt het onderwerp van mijn nieuwe blogsel. Lezer, breng gerust uw stem uit.

Ik vraag me wel eens af of mijn kat me zou opeten als hij opgesloten zat, ik dood, en er was nergens iets anders te eten.

Ik vraag me wel eens af of ik de enige ben die, als ik in de auto zit en naar buiten kijk, fantaseer dat ik naast de auto met dezelfde snelheid beweeg en dan van object naar object moet springen om er niet tussen te vallen.

Ik vraag me wel eens af waarom ik mannen aantrekkelijker vindt wanneer ze een te-vaak-gewassen zwart T-shirt dragen met de naam van een rockband erop.

Ik vraag me wel eens af of gekke mensen weten dat ze gek zijn. En of ik dan zeker kan weten dat ik niet gek ben.

Ik vraag me wel eens af wie-of-wat er met mijn ‘middelpunt’ samenvalt als ik dood ben.

Ik vraag me af hoe ik, met mijn Telegraaflezende, Geert Wilders-stemmende ouders, zo’n linkse politieke voorkeur heb kunnen ontwikkelen.

Ik vraag me wel eens af waarom ik in alles zo middelmatig ben en hoe mensen met echte talenten dan zo goed zijn geworden.

Ik vraag me wel eens af of er websites bestaan die ontzettend interessant zijn waar ik het bestaan niet van ken.

Ik vraag me wel eens af of ik gelukkig zou kunnen worden als ik ergens alleen in de natuur zou leven.

Ik vraag me wel eens af of dingen als ‘midlife-crisis’ en ‘quarterlife crisis’ veroorzaakt worden door het feit dat we te veel tijd hebben om na te denken.

Ik vraag me wel eens af of ieder mens in essentie alleen maar met zichzelf bezig is.

Tja, van die dingen.

maandag 12 april 2010

Vlees is moord

Een van mijn favoriete bands is The Smiths. Stel je de muziek voor als een puberale depressie in de jaren 80. Het herhaalderige gitaarspel in combinatie met de galmende drums leggen de stevige voedingbodem voor de poëtische gal die Morrissey met zijn teksten over je heen spuwt. De wereld is kut, ik ben zo alleen, niemand houdt van mij, ik wil niet volwassen worden. Dat soort werk. Heerlijk. Alles wat Morrissey zingt is goed om je af en toe in te wentelen. De fantastische teksten nodigen uit tot luid meezingen. Het enige waar ik nooit zo bij kon was het zeikerige eh.. gezeik van Morrissey over het eten van vlees. De titelsong van het album Meat is Murder, met haar koeien- en schapengeluiden vind ik iets lachwekkends hebben. De kreet 'vlees is moord' associeer ik met vrouwen van rond de 30 die hun "My little pony"-fase nog niet zijn ontgroeid. Toorn niet aan mijn vlees was lang mijn opvatting.


Deze mening is behoorlijk bijgesteld na het zien van een aantal documentaires over de oorsprong van ons voedsel. Om even bij The Smiths te blijven: Heaven knows I'm miserable now. We weten het allemaal wel, maar ik zal het toch nog even samenvatten. Dieren in te kleine hokken, volgepompt met groeihormonen (in de vorm van dode dieren in het voedsel) totdat ze niet meer op hun poten kunnen staan. Zonder de grote hoeveelheden antibiotica die ze krijgen, zouden al deze dieren ter plekke van hun graatje vallen. Alleen de echte bikkels zoals salmonella, blauwtong en Q-koorts kunnen de dieren nog goed ziek maken. Als de dieren al dusdanig hoge kans op ernstige besmetting hebben, hoe gezond is het dan om vlees te eten? De beelden op TV van duizenden dieren die 'geruimd' worden zijn zo surrealistisch. Allemaal kippen door de versnipperaar. Ja, ik vind dat zielig. En bovenal vind ik het walgelijk goor, al die zieke kippen. Het idee dat dat mijn voedsel had kunnen zijn.

In de praktijk blijkt dat deze beelden en kennis weinig gedragsverandering bij ons teweeg hebben gebracht. Hierbij schaar ik mezelf ook. De praktijk is namelijk: ik hoef niet te walgen van mijn vlees. In goed gekoelde geometrische stukjes wordt vlees me aangeboden in de supermarkt. Lekker kiloknallen. “Gezonde keuze”, staat er vaak nog op. Laat ons bakken en braden, sudderen en stoven in ons culinair festijn. Ver van de slachthuizen, de krappe hokken. Laat de romantiek van het biefstukje niet verloren gaan. Confronteer ons niet met de waterige ogen van jonge kalfjes, maar voer ze anoniem en onzichtbaar af. We kunnen het niet aan. Want zolang we zelf niet hoeven slachten, het bloed niet uit de verpakking druipt en dieren anoniem blijven is het eten van vlees verenigbaar met onze moraal. Niemand heeft ooit gezegd dat het leven van een mens meer waard is dan dat van een dier. Toch, we handelen ernaar. We doden dagelijks dieren, efficiënt, zonder gevoel. Een dier dat net zoveel recht heeft op leven als een mens. Vlees. Het is moord.

dinsdag 6 april 2010

Laat

Een latere trein naar je werk nemen. Geen slecht idee als je een keer wilt uitslapen. Wat een genot. Opgewekt, ik zou bijna zeggen: met zin in mijn werk, fiets ik van huis. Toch altijd dat klote-gevoel...

Ik heb 10 uur 'compensatie' staan, maar een uurtje later op mijn werk aankomen voelt spijbelachtig. Vanochtend, nog even tijd voor een pingeltje op de gitaar (want meer is het niet bij mij), een boterham met niks (want meer heb ik niet in huis) en een niet-onbelangrijke bak pleur, het zwarte Fout.

De trein, als je hem later neemt, is altijd vertraagd. De late sukkelaars worden extra gestraft. Hoe vaak ben ik wel niet te laat gekomen in mijn leven om te weten dat die treinen vertraagd zijn later op de ochtend? Ik kom tot de conclusie: heel wat keertjes. Het aantal uren opgeteld zou je best wat weekjes mee kunnen vullen. Er is geen excuus, nooit. Nou ja, die enkele keer dat je hond de brug had opgegeten daargelaten. Of zoiets. Je weet wel, echte dingen. Dat je een ongeluk krijgt of dat je onverwachts toch een kater blijkt te hebben. Oh, de overmacht!

Ik moet me nog een beetje verdiepen in de wereld van het legitiem verzuim. Ik zie collega's een week wegblijven vanwege een griep. Ik ben een dag ziek en ik krijg een serieus gesprek. Mensen zijn nooit een dag ziek blijkbaar. Weet ik veel, ik ben nooit ziek. HEEEL verdacht. Gelukkig, de sociale controle en de vraag "'wat je had dan.?'.

Als ik rond 9 uur station Sloterdijk in loop, zie ik de mensen aankomen die op tijd van huis waren vertrokken. Een soort tijdreizen. Chagrijnige, onuitgeslapen bekken. Gedouchte haren, de Paasalcohol in het gezicht aangezet. Als te vroeg geboren baby's die liever waren terug gekropen. Snel aan de borst van de koffiemachine.  Mijn humeur, minstens 10 keer beter, hoogstwaarschijnlijk meer harmonische hersengolven, positieve gedachten, ruimte voor creativiteit. Nog even vasthouden, want straks als ik mijn werkkamer in loop, weet ik, is er altijd één collega die opmerkt: "Goeduh...middag"