vrijdag 25 juni 2010

Onderweg

Ik ga zo lekker een weekend kamperen en met hippies hippiedingen doen. Ik verheug me op het onderweg zijn. Als kind al wilde ik graag onderweg zijn naar iets. Het onbekende bij voorkeur. Voor mij is het de enige manier om rust in mijn hoofd te vinden en ik besef me dat ik hierin wat afwijkend ben. Ik reis niet gehaast, of van hot naar her, maar met een bestemming. Dit wil niet zeggen dat ik in paniek zou raken wanneer ik mijn bestemming door het onvoorziene moet bijstellen. Nee zo doen wij Noukjes dat niet. De bestemming kan iets zijn wat je totaal niet kent, maar het hebben van een plek, een voornemen, zorgt ervoor dat je je erop kunt verheugen. Ik heb echt een hekel aan dingen plannen tot in de puntjes. Mijn haar verzorgen tot in de puntjes daarentegen, doe ik met Andrélon. Ik kan volledig met mezelf in het reine zijn als ik bij God niet weet wie ik ga treffen en waar mijn bed zal zijn. De stress rondom het op vakantie gaan van veel mensen heb ik dan ook nooit begrepen. Ik ben het steeds meer als een psyhische ziekte gaan beschouwen. Ik geloof dat het met het volgende te maken heeft:

1. het niet uit elkaar kunnen houden van hoofd- en bijzaken, waardoor aan elk object in huis getwijfeld wordt of het wel-of-niet meegenomen moet worden. Vaak is dit symptoom gecombineerd met het gebrek aan besef dat er op veel plekken op de wereld gewoon winkels zullen zijn met voedsel, tandenborstels, haarföhns en servetjes. Dit maakt het stressen om kleine zaken een nodeloze verspilling van energie. OK, wanneer je je tent in de Gaza-strook wil opzetten, dan heb je toch het recht om je bepaalde vragen te stellen als: kan ik daar ook iets te eten en drinken kopen? Als je met de auto naar Frankrijk gaat: neh.
2. Het bij jezelf toelaten dat je gedurende de reis voortdurend geïrriteerd raakt doordat het niet exact verloopt volgens je eigen verwachtingen zodat de onvoorspelbaarheid die bij reizen hoort je al opbreekt voordat er daadwerkelijk echt iets van catastrofale proportie gebeurt. Je laat je opjagen door tijdsdruk om weg te komen van de dagelijkse stress en dat is op zijn minst tegenstrijdig.

Mocht je jezelf hierin herkennen dan heb ik als psyholoog maar één advies: blijf thuis alsjeblieft, geef mij je vakantiegeld, je tickets. Het weerspiegelt een ongezonde geest. Het komt nooit meer goed met je.
OK, ik zal mijn geheim vertellen. Voor iedereen die luistert.
Ga niet bij jezelf de gedachte opdringen: ik ga van het ergste uit, dan valt het altijd mee. Het valt alleen mee als je je realiseert dat we allemaal volslagen gek geworden zijn. Dat al die troep om ons heen in onze huizen niets te maken hebben met noodzakelijkheid. Dat het níet hebben van al de spullen een rust met zich meebrengt die je terugbrengt naar de basis. Dat onvoorspelbaarheid een gift is waarmee we dingen kunnen meemaken die we normaal nooit hadden opgezocht. En ook dat je mag treuzelen, je hebt het niet in de hand. Dat is niet erg maar een vrijbrief om lekker aan te klooien. Ons brein, doordrongen van schuld-en-boete is opgejaagd door ons werk, waarin we op ons flikker krijgen wanneer er dingen mis gaan. We zijn in een draaikolk belandt van het zoeken naar oorzaken en verantwoordelijken, onbewust kwellen we onszelf. Logisch: er valt iets te verliezen op het werk. Op vakantie valt er ook iets te verliezen: je vrije tijd. De keuze voor wel-of-niet stressen dan al gauw gemaakt. Toch?

zaterdag 19 juni 2010

Maison de migraine

Het gaat hem niet worden vandaag. Ik voel het. Je hebt van die dagen. Gister werd het hem ook al niet. Mijn sigaretten liggen natgeregend buiten. Is dit mijn schuld? Of van de regen? Ik denk aan de filosoof Guus Meeuwis. Op de vloer ligt een lege fles wijn en kledingstukken die, gezien de manier waarop ze zijn neergekwakt, alleen maar van mij kunnen zijn. Mijn vriend loopt plechtig met een boog om me heen zodra ik mijn schrijfblok pak. Als ware ik een eend op haar nest wier broedplaats niet verstoord mag worden omdat ik anders straks mijn eigen kinderen doodmaak. Ik sta namelijk op het punt om alles wat ik de afgelopen week heb geschreven te shift-deleten. Hij voelt dat blijkbaar aan.

Mijn kat begint een contactdans op mijn bureau, ze geeft kopjes aan mijn gedichtenboekje en daarna aan mijn pen. Ze is de enige die ware literatuur kan waarderen op deze wereld. Laatst liep ze in mijn boekenkast om haar geur op een rij Oscar Wilde toneelstukken achter te laten. Als dat geen waardering van cultuur is. Ook plast ze vaak buiten de kattenbak op onze eikenhouten vloer. Ik denk dat er een culturele schat verborgen ligt onder de vloer en ze dit op deze manier probeert kenbaar te maken. De heilige graal misschien. Katten kunnen niet praten, dus je moet dit soort aanwijzingen proberen te intepreteren met alle tegenwoordigheid van geest die je kunt oproepen. En dan nog, ik denk: wij mensen kunnen het nooit bevatten, het overstijgt ons.
Ik moet naar Muse. Ja je leest het goed: naar Muse moeten. Muse-liefhebbers zijn geen gematigde mensen, ze schreeuwen in je oor en doen heel dik over muziek. Want het is niet zomaar een bandje hoor! Nee, 'die gast' is briljant. Zo vermoeiend allemaal als ik eraan denk. Ik hoop dat ze gewoon behangmuziek gaan spelen, van die jazzy liedjes die je in een de lift van een hotel hoort. Dat gezeik van die gasten. Jongen echt hoor, ik sla ze voor hun Goffert.

De dag heeft zich al aangedrongen. Zij heeft met een breekijzer mijn geest opengesteld. Nu komen er allerlei dingen binnen waar ik iets mee zou moeten. Mensen die me opbellen met vragen, of verhalen. Zodra je wakker bent wordt het officieel, dan moet je wat. Maar ik weet niet of ik wakker wil zijn. En of ik wat wil. Ik wil uitstel van executie. Ik ga weer mijn nest in.